Habraken

eta

In memoriam Beb

Beb Habraken - Kol

Geboren op 2 juli 1932 in Haarlem
Overleden op 27 november 1915 in Limmen

Beb groeide op in het centrum van Haarlem, in het gezin Kol-Rosenhart. Als dochter van een handelaar koos ze toch voor de kweekschool. Daar had Beb vaak veel moeite met de strikte regels van de nonnen. Haar omgang met Gerard was voor beiden eerst een vorm van rebellie, maar werd al snel de start van een levenslange hechte verbondenheid. 
Na de kweekschool hebben Beb en Gerard kort gewoond op een woonark, die ze kregen van opa Kol. Beb hield van deze woonark maar ook opa Kol hield ervan om er met zakenrelaties een bezoekje te brengen. Ze heeft heel vaak het verhaal verteld dat zij en Gerard gingen verstoppen onder het trapje bij de deur als ze zulk bezoek zagen aankomen. 
Het leven op de woonboot dichtbij vader en de grote familie Habraken begon te knellen. Zeker toen oudere zussen van Gerard zich zorgen begonnen maken over het uitblijven van kinderen, wilden Beb en Gerard ver weg uit Haarlem. Dat werd in 1954 Curaçao, een eiland waar je toen alleen nog met de boot kon komen. 

Beb en Gerard hebben ruim 20 jaar op Curaçao gewoond. Jaren waar Beb intens van heeft genoten en waarover ze altijd kon vertellen alsof ze er nog maar pas vandaan kwam.  Op Curaçao werden binnen vijf jaar Toby, Job en Ruben geboren. Met de geboorte van Toby begon een vreugdevolle maar ook een moeilijke periode omdat Toby in zijn jonge jaren erg ziek was en zelfs een half jaar in het ziekenhuis moest blijven. Dat was een hele moeilijke periode, mede omdat nummer 2 er inmiddels ook was.
Beb en Gerard hebben beiden op Curaçao in het onderwijs gewerkt voor de Broeders van Dongen. Beb werkte op een school op Fuik, een van de armste wijken van Curaçao. Later heeft ze, samen met buurvrouw en goede vriendin Wil Lendering een schooltje voor de kinderen in het ziekenhuis opgezet. In het ziekenhuis reed Beb rond met haar kar met leermateriaal. Ze wist met veel vrolijkheid, inventiviteit en creativiteit  steeds manieren te vinden om ieder kind plezier in leren en een beetje afleiding te geven. Beb heeft intens genoten van de vrijheid en de voldoening in dit werk. Ook het eigen autootje dat ze in die tijd had bracht haar de zelfstandigheid waar ze eerder zo naar had uitgekeken.

Op Curaçao kon Beb al haar creatieve talenten ontwikkelen. Ze begon haar eigen kleding te naaien, maar deed dat ook al gauw voor buren en vrienden. Ook wij kinderen kregen zelfgemaakte kleding, niet altijd tot ieders vreugde. Zo kunnen wij ons heel goed herinneren de uniforme pakjes die we alle drie aan moesten, terwijl vriendjes eigentijdse kleding droegen. Maar goed, een rol van drie meter stof was goedkoper dan drie verschillende stukken van een meter. Hoezo geen Kol?
Beb bleef met veel plezier tot deze zomer kleding voor zichzelf maken, in de winkels hing nooit de fel gekleurde kleding waar ze zo van hield. Ook nu draagt ze een jasje dat ze zelf heeft gemaakt. 
Beb heeft op Curaçao haar MO acte schoonschrijven gehaald, leerde zichzelf glas graveren en ze is er begonnen met schilderen. Beb schilderde naast op schilderslinnen ook op t-shirts, katoen voor wand- en boxkleden, porselein en versieringen voor bloemendagen. Van schilderen kon Beb, zelfs tot vijf weken geleden, intens genieten en haar zorgen even vergeten. 
Ze heeft ons in deze laatste maanden goed bezig weten te houden door ons verf, zwarte potloden, stiften en schildersdoeken te laten kopen. En ze genoot van het feit dat haar laatste schilderij, de dikke dame, nog zo goed was gelukt. 

Toen Toby klaar was met de middelbare school, gingen Beb en Gerard terug naar Nederland. Ze wilden de jongens na hun middelbare school blijven volgen als ze in Nederland zouden gaan studeren. Ze streken neer in Egmond a/d Hoef en  Beb vond al gauw weer werk. Eerst een jaar in Schagen op de school bij Trudy, een boezemvriendin sinds die tijd. Later op de Jozefschool in Egmond a/d Hoef waar Laura eerst haar collega en vriendin werd, en nog weer later ook schoondochter. 

Beb hield van reizen en kon daar uitgebreid over vertellen. Zelfs na haar pensionering heeft ze nog op olifanten gereden in Azië en gelogeerd in de oerwouden van Ecuador.  
Verder ging Beb samen met Gerard vele malen naar Frankrijk op vakantie, totdat er kleinkinderen op Curaçao kwamen. Ze genoot elk jaar van een aantal weken op zonnig Curaçao, midden in de donkere Nederlandse winter. Steeds kwamen veel zelfgemaakte cadeautjes mee en werden de jongetjes ontzettend verwend. Maar ook in de rest van het jaar werden we niet vergeten. Naast de wekelijkse brief hebben we vele ritjes naar het vliegveld gemaakt als er weer een pakket via Toby en de KLM naar ons toe was gestuurd. 
Gelukkig had  Beb naast Daniël en Ruben in het verre Curaçao, ook Selvi, Makka, Hemma en Suzu, de kinderen van Trudy en Ed, om te verwennen met zelfgemaakte kleren en speeltjes.

Naast de vele heel  gelukkige jaren in Nederland waren er ook enkele zeer verdrietige perioden. Zo overleed Toby als gevolg van kanker in 2002. Het overlijden van Toby was voor haar en ook voor Gerard heel moeilijk te verwerken. In  2005 overleed ook Gerard, met wie ze 50 Jaar getrouwd was, aan kanker. Het waren voor haar zware jaren waarin ze ondanks alles actief bleef. Jonas, de hond waar Gerard zo dol op was, zorgde de eerste jaren voor de nodige afleiding.  Ook haar tuin was voor haar een fijne plek om in te werken en te schilderen met bloemen. Ieder jaar kwamen er meer blauwe bloempotten met planten in prachtige kleurencombinaties. Beb leerde de computer gebruiken voor haar bankzaken, om haar fotoboeken te maken en om de nodige e-mails te versturen naar onder andere naar haar zus in Australië. Zij pikte het reizen ook weer op. Samen met Laura heeft ze nog vele reizen gemaakt naar onder andere naar haar zus in Australië . Haar laatste reis was begin dit jaar naar Curaçao waar zij met ons, Daniël, Ruben en vele kennissen oud en nieuw gevierd heeft. Wij hebben daar met zijn allen zeer goede herinneringen aan.

In juni kreeg Beb het rampzalige bericht dat ook zij kanker had. Na overleg met ons heeft ze zeer moedig besloten om van verdere behandelingen af te zien. Beb wilde kwaliteit van leven in plaats van kwantiteit. Haar ziekte sloopte haar en weinig is haar bespaard gebleven. Maar zij accepteerde dat zij steeds minder kon en bleef genieten van alles wat ze nog wel kon. 
Ze heeft nog meerdere schilderijen gemaakt, zoals deze ‘dikke dame’ hier in de kerk. Ze zette op de e-reader het lettertype steeds groter tot het lezen niet meer lukte, en genoot van wandelingen buiten in de rolstoel. Tot een week geleden bleef zij steeds het positieve van elke dag zien die ze weer had, menig dag had in haar woorden nog ‘een gouden randje’. 
Maar toen was Beb op. De strijd was gestreden. Ze was op. Beb werd 83.